We zijn nog niet een half uur binnen of hagelstenen zo groot als kleine knikkers vallen uit de lucht. Koeien die net nog rustig aan het grazen waren op de alpenwei rennen alle kanten op en ook de kippen weten even niet waar ze het zoeken moet. Ik heb het met ze te doen. We staan met z’n allen voor het raam van Refuge entre le Lac (2145m) en kijken vol verbazing naar buiten. De wolken gaan als een razende voorbij en de bliksem komt nu wel erg dichtbij. Een berggids had ons al halverwege onze beklimming al gewaarschuwd. “Kijk eens naar de lucht. Als ik jullie was zou ik vaart maken”.
Zo zie je maar hoe snel het weer in de bergen kan omslaan. Toen wij vertrokken vanmorgen bij Refuge Rosuel was het nog stralend zomerweer en zetten wij met het zweet op ons voorhoofd de eerste stappen richting Lac de la Plagne. De beheerder van de hut stookt de kachel op en begint in de kleine keuken buiten met het voorbereiden van het avondeten. De sfeer is ontspannen en gemoedelijk. Sommige wandelaars zijn met hun spullen aan het rommelen. Schoenen worden bij de kachel gezet, natte jassen aan de hangers boven de haard, andere kijken wat om zich heen of doen een spelletje. We schuiven aan tafel aan bij een Nederlands koppel van tegen de 70. Hij kijkt ons met grote pretogen aan, lacht schaterend om een opmerking van mijn 11 jarige zoon en vertelt enthousiast over zijn tocht. “We zijn al 14 dagen aan het wandelen en zijn begonnen in Genève. Over de GR5 wandelen we nu richting Tignes. Volgende week krijg ik een nieuwe knie, maar de oude houdt het nog goed”, zegt hij. De wijn wordt aangerukt en het eten geserveerd. Typisch bergeten volgens onze nieuwe vrienden. “We eten het al 2 weken”. Worst met een aardappel gerecht.
We doen nog een spelletje. Maar al vrij snel begint iedereen zich klaar te maken voor de nacht. Tanden worden gepoetst bij de waterbak buiten en om 10.00 uur is het stil in de slaapzaal. Nou ja stil. Vanuit een stapelbed in de linkerhoek komt een hard en monotoon snurkgeluid. Wat een volume! Gelukkig waren we hier al voor gewaarschuwd. Tip nummer 1: neem oordoppen mee! Ik doe ze in mijn oor en zak weg in mijn lakenzak . Ik gedachten doe ik de wandeling van vandaag nog eens over. Wat een mooie tocht! Het pad ging gestaag omhoog en klom van 1540 meter naar 2145. Het eerste gedeelte hadden we prachtig uitzicht op de gletsjers Platières en de waterval van Nant Putors. Het tweede stuk klauterden we vooral over kleine kalksteenblokken. Eenmaal daar voorbij verscheen op het laatste moment het meer (Lac de la Plagne) en zagen we in de verte de kleine hut liggen.
Dag 2
Al vroeg wandelen we richting Col du Palet. Een klim van 2145 naar 2600 meter. De zon schijnt hier en daar al tussen de toppen van de bergen door en geeft het dal en het meer een sprookjesachtige sfeer.
De koeien grazen weer vrolijk door en lijken zich van de storm van gisteren niets meer te herinneren. In de koelte van de ochtend gaat het lopen een stuk makkelijker en al vrij snel verdwijnt het zicht op het meer en lopen we verder de berg op richting refuge de Col du Palet. Het dal waarin we lopen is prachtig. Verschillende stroompjes zoeken zich een weg om de grote kalkstenen en overal waar we kijken zien we besneeuwde bergtoppen. Zo nu en dan komen we iemand tegen maar verder is het stil. Ik geniet van deze vroege uren. Het licht is nu zo mooi zacht. Na 1,5 uur lopen rusten we even uit op een grote steen. Koeken worden uitgedeeld en de waterflessen leeg gedronken. De zon is nu al een stuk hoger en het begint al weer warmer te worden. Al vrij snel zien we in de verte refuge du Col du Palet liggen, komen langs een mooi blauw meertje (Lac de Grattaleu 2512 m ) en spelen even in de plukken met sneeuw die hier en daar nog liggen.
Op het terras doen onze vrienden uit Nederland zich te goed aan eens stuk taart en praten met weemoed over het naderend einde van hun toch. Het Engelse echtpaar waar ze mee praten weten nog niet waar ze naar toe gaan. We gaan over de top daar en dan zien we wel waar we uitkomen. Hoe anders is het met ons. Ik heb deze tocht al weken geleden voorbereid. Hoe lang kunnen we lopen, zullen de jongens het wel leuk vinden. Als we nou hier overnachten…. waar lopen we dan de volgende dag heen. We eten een omelet en nemen afscheid van de Nederlanders. Onvoorstelbaar dat hij een nieuwe knie krijgt de volgende week. Zo kwiek als hij naar boven loopt. “Komt door de cortison injecties vertelt hij. Ik voel nu niks meer”. Het landschap wordt steeds mooier. We lopen over een groene alpenweide en zien aan de overkant de gletsjers van Tignes ligen. De marmotten fluiten wild om eens heen en komen voorzichtig en nieuwsgierig hun holletje uit. Ze zijn eerst een beetje bang maar als je even rustig blijft staan komen ze weer stiekem tevoorschijn en kijken je met grote bruine ogen nieuwsgierig aan. We picknicken tussen de bloemen in het gras en hebben een schitterend uitzicht. Zo mooi dat het bijna onwerkelijk is. “Het is net alsof ze een poster hebben opgehangen”, zegt mijn zoontje.
We overnachten vandaag in refuge de la Glière. Een mooie berghut, omringd door hoge pieken. Vanuit ons raam zien we de marmotten met elkaar ravotten. Grappig om te zien hoe de kleine marmotten met elkaar spelen. Ze dartelen over elkaar heen, zitten elkaar achterna en ook de ouders doen af en toe mee. Je zou hier maar marmot zijn! Wat een mooi leven.
Dag 3
“Ik zou niet verder gaan als ik jullie was. Rond 12.00 uur verwachten ze noodweer”. Een vriendelijke fransman kijkt ons bezorgd aan. We kwamen net een gids tegen die voorspelde onweer en heftige regen. Zijn vrouw gooit er nog wat ellende bovenop. “Verder naar boven loopt het smal toe. Bij heftige regen stroomt het hele pad over en kun je echt niet verder. Ik kijk bedenkelijk naar mijn man “Dit klink niet goed. Zullen we terug gaan”. De fransman ratelt ondertussen gewoon verder. Ik versta niet alles maar vang wat woorden op. “Ik dacht ik zeg het gewoon. Jullie kunnen er natuurlijk mee doen wat jullie willen. Als jullie nu doorlopen haal je net voor de buien de volgende hut”. Ik hou van de Fransen hier. Ze zijn vriendelijk, open en altijd in voor een praatje. Ondertussen lopen al meerdere wandelaars terug naar het dal. Ik bedank de fransman voor zijn advies en begin naar beneden te lopen. Ik kijk even of de rest volgt maar zie mijn zoon vrolijk verder naar boven lopen. “Kom mam, we halen het wel. Ik wil echt niet terug”. En zo geschiedde. Mijn voorzichtige mening tegen drie stoere mannen. De tocht naar boven is steil en bij elke haarspeldbocht stop ik even. Om naar het uitzicht te kijken en even weer op adem komen. Ik weet van andere beklimmingen dat het beter is om door te lopen. Om in een ritme te komen als een soort diesel. Maar vandaag hebben mijn benen moeite om op gang te komen. Bij elke bocht zie ik het dal kleiner en kleiner worden. Ongelofelijk hoe snel dat gaat!
De weg is ook niet altijd makkelijk. Met moeite passeren we een leegstaande beek en klauteren over veel grote losliggende stenen. De kom waarin we lopen wordt steeds smaller tot de beek bijna in het pad overgaat. Nu begrijp ik wat de vrouw bedoelde. Als het hier gaat regenen verandert de weg in een snelstromende rivier. Bezorgd kijk ik af en toe achterom en zie de donkere wolken met rasse sneden naderen. Als we het maar gaan halen tot de volgende hut. Ondertussen klimmen we gestaag verder. Het landschap wordt ruiger en als we de col over zijn zien we een prachtige groene en stenige vallei voor ons liggen met in de verte: de eerste hut van deze dag. Refuge de Plaisance, En weer zijn we nog niet binnen of het natuurgeweld breekt los. De regen komt met vlagen naar beneden en de donder weerkaatst tussen de bergen. In de kleine hut is het gezellig en sfeervol. De haard brandt en de waard zorgt voor warme drank en eten. Een tafel verder zitten een aantal verstokte bergwandelaars. Rustig eten ze hun soep, keuvelen wat en kijken af en toe naar buiten. Een bemoedigend tafereel. Zo gek zijn we dus niet dat wij hier zitten. Na drie kwartier is de lucht geklaard en wagen de eerste wandelaars de tocht verder.
Wij klimmen door naar de col de Plan Sery. We zijn hier in het hart van het Nationaal Park van de Vanoise. Na een steile klim komen we terecht op een vlak plateau met obelisk-vormige rotsen. We hebben een flink tempo. Achter ons horen we weer gedonder en de eerste druppels vallen uit de lucht. Jeroen loopt ver voorop. Achter mij hoor ik het vrolijk gekeuvel van Paul en Valentijn. Hijgend staan we uiteindelijk op 2609 meter. We trekken onze regenjassen aan en lopen door een dik wolkendek verder. Door de mist en de flarden regen hebben we zo nu en dan prachtig uitzicht op de vallei naar Lac de la Plagne. Op het gefluit van de marmotten en het gedonder in de verte na is het stil. Wat is het fantastisch om hier zo te lopen. Zelfs in de regen en de mist. Of misschien just door de regen en de mist. Het landschap om mij heen krijgt er iets mysterieus door.
Weer op de camping
Weer terug in de bewoonde wereld voel ik me even vervreemd van alles. Het gevoel alsof je even in een andere wereld bent geweest. Op camping Eden de la Vanoise in Landry is niets veranderd. Onze franse overbuurman schuifelt met zijn afwas voorbij. Een meisje rent richting zwembad en in de tent is de zoektocht naar opladers en kledingstukken weer begonnen. Ik ga zitten op een stoel en kijk naar de bergen in de verte. Eerst maar even landen……..
De deelnemers
De tocht
Dag 1
Refuge Rosuel > Refuge Ente le Lac
Duur wandeling: 3,5 uur lopen (6,4 km)
Hoogteverschil: van 1556m naar 2146m
Dag 2
Refuge Entre le Lac > Refuge de la Glière
Duur wandeling – 6,5 uur lopen (10,6 km)
Hoogteverschil: van 2146m naar 2652m en van 2654 naar 2010m
Dag 3
Refuge de la Glière > Refuge Rosuel
Duur wandeling – 8 uur (18,6 km)
Hoogteverschil: van 1555m naar 2614m